Inhoudsindicatie | Geschil over het niet toekennen van een extra periodiek |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2024-00345 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Ander onderwerp |
Relevante cao-bepaling(en) | H6 |
Uitkomst zaak | (deels) gegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werknemer vraagt de commissie om haar extra periodiek en inschaling in salarisschaal 10 trede 4 met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 te realiseren. De werknemer stelt dat zij in een traject voor salarisschaal 10 zat en had verwacht per maart 2023 over te gaan. Door de wijziging in de CAO Rijk is dit al per 1 januari 2023 gebeurd. Zij denkt dat ze bij horizontale overschaling in het hogere bedrag van de nieuwe salarisschaal ingeschaald moet worden en heeft recht op een extra periodiek, wat haar plaatst in salarisschaal 10 trede 4.
Eerst stelde de werkgever dat het witte vakje meetelde voor de extra periodiek. Na berichtgeving van het FNV, veranderde de werkgever zijn standpunt en zei dat er geen recht op een extra periodiek was bij de overgang naar salarisschaal 10. De werknemer beweert echter dat het altijd de afspraak was dat die periodiek werd gegeven. Andere collega’s hebben de extra periodiek wel ontvangen bij de overgang naar salarisschaal 10, behalve degenen die met het witte vakje te maken hebben gehad. De werknemer heeft anonieme verklaringen van collega’s ter ondersteuning van haar standpunt overgelegd.
De werkgever is van mening dat het verzoek van de werknemer moet worden afgewezen en geeft hiervoor enkele redenen. Ten eerste stelt de werkgever dat er geen basis is voor het toekennen van een extra periodiek, omdat volgens de CAO Rijk een werkgever dit alleen kan doen op basis van functioneren. De werknemer heeft eerder een extra periodiek gekregen vanwege een behaalde mandaat, maar dit is niet vergelijkbaar met haar horizontale plaatsing per 1 januari 2023, die niets met functioneren te maken heeft.
Daarnaast meldde de informatieve e-mail aan medewerkers onterecht dat een extra periodiek zou worden toegekend; het woord “extra” ontbreekt. De leidinggevende bevestigde later dat het alleen gaat om een horizontale overgang naar salarisschaal 10. Verder was er nooit sprake van dat aan de werknemer werd meegedeeld dat het witte vakje een extra periodiek zou zijn, en de overgang van salarisschaal 9 naar 10 was financieel voordelig voor haar. Ten slotte heeft de werknemer niet onderbouwd dat collega’s zonder wit vakje wel een extra periodiek hebben gekregen, en de werkgever heeft alle werknemers gelijk behandeld.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat een wit vakje in de salarisschalen van de CAO geen waarde heeft. Bij een horizontale overplaatsing naar salarisschalen, waarbij een werknemer in een wit vakje terechtkomt, moet die werknemer worden geplaatst in de lagere trede van die schalen, wat betekent dat hij of zij een hoger salaris krijgt. Waar partijen het niet over eens zijn, is of de werknemer per 1 januari 2023 recht heeft op een extra periodiek vanwege het schaal 10-traject waarin zij zat.
De commissie oordeelt dat uit het dossier, vooral een e-mail van de werkgever naar medewerkers, blijkt dat de werkgever intenties had om de scheefgroei in salarisschalen en contracten recht te trekken. De commissie vindt dat de werkgever bij de werknemer verwachtingen heeft gewekt over het recht op een extra periodiek in salarisschaal 10. In de e-mail van de werkgever staat dat “medewerkers in een schaal 10-traject per 1 januari 2023 hun schaal 10 krijgen (inclusief periodiek)” en er wordt ook verwezen naar “de afgesproken periodiek voor medewerkers in het schaal 10-traject”. In een e-mail van de leidinggevende van de werknemer van 5 april 2023 staat bovendien dat “de werknemer in salarisschaal 10 wordt geplaatst met een periodiek erbij”.
Waar de werkgever eerder stelde dat de werknemer geen recht had op de extra periodiek, gaf hij tijdens de hoorzitting aan dat de werknemer deze wel had gekregen. Dit punt lijkt niet meer in geschil tussen partijen. Het geschil is nu hoe de extra periodiek moet worden toegepast en per welke datum de werknemer daar recht op heeft. De werkgever legt uit dat de extra periodiek is meegerekend in salarisschaal 9 voordat de overplaatsing naar schaal 10 plaatsvond. De werkgever heeft ervoor gezorgd dat de werknemer met de nieuwe inschaling overeenkomt met de oude.
De commissie ziet geen bewijs voor de opvatting van de werkgever dat de extra periodiek in salarisschaal 9 moet worden meegerekend. De werknemer heeft recht op een extra periodiek in salarisschaal 10. Daarnaast blijkt dat andere medewerkers in een schaal 10-traject deze extra periodiek wel hebben gekregen, wat een oneerlijke situatie creëert voor die in schaal 9.
De commissie concludeert dat de werkgever gebonden is aan de afspraken binnen de salarisschalen van de CAO. De leidinggevende van de werknemer stelde dat de extra periodiek wegens taakvolwassenheid vervalt en dat alle medewerkers per 1 januari 2023 een extra periodiek krijgen. De werknemer gaat van salarisschaal 9 naar 10 en krijgt recht op de extra periodiek, wat betekent dat zij in schaal 10 trede 4 moet worden ingeschaald. In juni 2023 heeft zij recht op haar jaarlijkse periodiek, waarmee zij in schaal 10 trede 5 terechtkomt.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .