Inhoudsindicatie | Geschil over het niet volgen van interne sollicitatieprocedure |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2024-00149 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Ander onderwerp |
Relevante cao-bepaling(en) | H12 |
Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werknemer vindt dat hij onterecht is afgewezen voor de functie van senior beleidsmedewerker en brengt verschillende punten naar voren. Hij heeft zijn belangstelling voor de vacature kenbaar gemaakt aan de werkgever, die aangaf extern te willen werven, zonder te weten dat interne kandidaten voorrang hebben. Tijdens een gesprek in april 2024 heeft de werkgever aangegeven dat zij extern wilde werven en vroeg ze of de werknemer nog behoefte had aan een sollicitatiegesprek.
De werknemer verwijst naar de richtlijnen van de organisatie, die zeggen dat interne kandidaten voorrang moeten krijgen als ze aan de eisen voldoen. Hij gelooft dat hij, door zijn 25 jaar ervaring en kennis, aan deze eisen voldoet en niet afgewezen had mogen worden. Ook wijst hij op een gesprek met zijn directeur, die hem had aangemoedigd te solliciteren voor een hoger functie, wat tegenstrijdig lijkt met de afwijzing.
De werknemer is het niet eens met de redenen voor zijn afwijzing, zoals beschreven in een e-mail. Hij gelooft dat hij de juiste competenties bezit, wat hij heeft aangetoond tijdens het sollicitatieproces. Nu er iemand anders is benoemd voor de functie, beschouwt hij de gang van zaken als onzorgvuldig en niet transparant. Volgens de werknemer heeft de werkgever in verband met deze benoeming bewust op een laat moment een verweerschrift bij de commissie ingediend. De werknemer verzoekt de commissie om vast te stellen dat de procedure niet goed is verlopen, dat hij onterecht is afgewezen, en dat hij alsnog in aanmerking komt voor de functie.
De werkgever vindt dat de beslissing om de werknemer tijdens de interne sollicitatieprocedure af te wijzen redelijk was en dat er geen recht op plaatsing in een schaal 13 functie bestaat. De werkgever benadrukt dat de werknemer een gewaardeerde medewerker is, met veel ervaring en kennis, en dat hij een fijne collega is. De wens van de werknemer om een schaal 13 functie te krijgen, is al vaker besproken in personeelsgesprekken. Goed functioneren in een schaal 12 functie betekent niet automatisch recht op een functie in schaal 13.
Voor de schaal 13 rol is coördinatie van het team belangrijk, evenals het creëren van draagvlak en samenwerking met verschillende partijen. De werknemer toonde tijdens de sollicitatie onvoldoende focus op coördinatie en procesmanagement.
De werkgever is op de hoogte van de interne regels en de leidinggevende herkent zich niet in de stelling dat zij extern wilde werven. De werkgever was niet verplicht te wachten met het invullen van de vacature tot de procedure bij de Geschillencommissie Rijk was afgerond.
De werkgever heeft vastgesteld dat er meer behoefte is aan strategische vaardigheden voor de schaal 13 functie, wat bij de werknemer onvoldoende zichtbaar was. De werkgever begrijpt dat de werknemer dit als een afwijzing van zijn inzet kan zien, maar dit was de gemaakte afweging bij de afwijzing van de sollicitatie.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie benadrukt dat het aan de werkgever is om te beoordelen of een kandidaat geschikt is voor een functie en om te kiezen wie zij benoemt. Deze beoordeling moet redelijk zijn en de juridische toetsing is beperkt. Het is niet de taak van de commissie om te bepalen of de werknemer geschikt is, maar de werkgever moet wel uitleggen waarom een kandidaat niet is gekozen volgens de functie-eisen. De commissie kijkt ook of de sollicitatieprocedure goed is verlopen.
De commissie is het niet eens met de werknemer dat de interne regels zijn geschonden door een interne kandidaat te benoemen na een externe vacature. De werkgever is niet verplicht om kandidaten af te wijzen omdat zij ook hadden kunnen solliciteren in de interne ronde, en de werknemer heeft geen bewijs geleverd dat dit anders is.
Tot slot vindt de commissie dat de functie-eisen beter in de vacaturetekst konden worden verwoord, maar deze zijn wel terug te vinden in de omschrijving van de functiegroep. Bovendien is de werknemer erop gewezen dat deze elementen belangrijk waren, zodat zijn afwijzing niet ontoelaatbaar is.
De commissie vindt het ongelukkig dat een leidinggevende, die al had geoordeeld dat de werknemer ongeschikt was, de voorzitter was van het sollicitatiecomité. Ze adviseren om in zulke gevallen een andere voorzitter te kiezen om de schijn van een partijdige beoordeling te vermijden.
De werkgever heeft een grote mate van vrijheid in de beoordeling of een kandidaat in een sollicitatieprocedure geschikt wordt geacht en wie voor de vacature wordt benoemd. De juridische toetsing van de sollicitatieprocedures beperkt zich daarbij tot de vragen of de werkgever enig inzicht heeft geboden en heeft onderbouwd waarom de keuze niet op een werknemer is gevallen in het licht van de functie-eisen. Daarnaast wordt het verloop van de sollicitatieprocedure aan de vereisten van
goed werkgeverschap getoetst.
Volgens de commissie heeft verweerder in het onderhavige geval voldoende inzicht geboden waarom verzoeker voor de functie is afgewezen, en is er onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat de sollicitatieprocedure zozeer in strijd met de vereisten van goed werkgeverschap is verlopen dat de uitkomst hiervan (zo dit al mogelijk zou zijn) ongedaan zou moeten worden gemaakt.
De commissie heeft gehoord dat de afwijzing van de werknemer niet zijn ervaring en inzet afwijst. Ze adviseren partijen om in gesprek te gaan over de doorgroei van de werknemer en hoe de werkgever hem extra kan waarderen voor zijn ervaring en inzet.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .