Inhoudsindicatie

 

Geschil over een opgelegde straf

Zaaknummer(s) 2024-00002
Datum uitspraak
Categorie(ën) verschil van mening,
zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk
Een straf die uw werkgever wil opleggen
Relevante cao-bepaling(en) H15
Uitkomst zaak (deels) gegrond

Waar gaat de zaak over?

Aan de werknemer is wegens het tegen de regels in en zonder toestemming meenemen van telefoons naar de werkplek een straf opgelegd. De werknemer is het niet eens met zijn strafoverplaatsing en weerlegt de verwijten van de werkgever, vooral het verwijt dat hij zich niet als goed werknemer heeft gedragen. Hij stelt dat zijn verklaringen verkeerd zijn geïnterpreteerd.

De werknemer werkt al 25 jaar voor de werkgever, waarvan 5 jaar bij zijn huidige dienst, zonder dat er ooit aan zijn integriteit is getwijfeld. Hij is zich bewust van het beleid rondom privételefoons en heeft dit tijdens tassencontroles altijd nageleefd. Op de bewuste dag vergat hij echter zijn telefoons uit zijn tas te halen, wat hij uitlegde tijdens de controle.

Enkele dagen later vroeg hij toestemming om één telefoon mee naar binnen te nemen voor zijn behandelend specialist, maar dit verzoek werd afgewezen. Hij kreeg onverwacht vragen over zijn functioneren en vermeende integriteitsschending. Later werd hij geïnformeerd over een vertrouwensbreuk en zijn overplaatsing.

De werkgever geeft aan dat de straf van overplaatsing aan de werknemer terecht is opgelegd. Tijdens een controle zijn er drie telefoons – één werk- en twee privételefoons – in de tas van de werknemer gevonden, terwijl alleen werktelefoons zijn toegestaan. De werknemer heeft verschillende verklaringen afgelegd over zijn handelen. In eerste instantie zei hij dat hij toestemming had van zijn leidinggevende, maar later erkende hij dat zijn acties fout waren. Bij een gesprek in oktober ontkende hij dat hij toestemming had, en bij een vervolggesprek in november zei hij zich niet te kunnen herinneren dat hij dit had gezegd.

Verder lijkt het erop dat de werknemer de telefoons vaker meeneemt, wat wordt bevestigd door zijn gedrag na de controle. Het is ongeloofwaardig dat hij doorliep met de telefoons, wetende dat hij geen toestemming had. Hij heeft de Gedragscode op meerdere punten overtreden en het vertrouwen van zijn werkgever en collega’s geschaad, wat een sanctie rechtvaardigt. Een overplaatsing is passend, gezien de situatie en het gebrek aan vertrouwen in de werknemer. De overplaatsing is ook praktisch voor de werknemer. Het is opmerkelijk dat de werknemer de commissie heeft ingeschakeld, omdat het laat zien dat hij weinig berouw toont.

Hoe luidt de uitspraak van de commissie?

De zaak betreft een opgelegde straf en het is belangrijk om te beoordelen of 1) de werknemer het verwijtbare gedrag heeft vertoond, 2) het gedrag aan hem kan worden toegerekend en 3) er een evenredige verhouding is tussen het gedrag en de straf. De commissie concludeert dat niet voldoende is vastgesteld dat de werknemer het verwijtbare gedrag opzettelijk heeft gepleegd. Hierdoor zijn de overige criteria niet van toepassing en kan de beslissing van de werkgever om een straf op te leggen niet standhouden.

De werknemer heeft toegegeven dat hij drie mobiele telefoons, waaronder twee privételefoons, heeft meegenomen tegen de regels. Hij erkent dat hij dit niet goed deed, maar hij betwist dat hij wisselende verklaringen heeft afgelegd over zijn handelen. Hij ontkent dat hij tijdens de tassencontrole zou hebben gezegd dat hij toestemming had van zijn leidinggevende om de telefoons mee naar binnen te nemen, wat door de werkgever wordt bestreden.

De commissie vindt dat de gespreksverslagen onvoldoende bewijs leveren voor de claim van wisselende verklaringen door de werknemer. Er zijn geen verslagen van de gesprekken, waardoor het moeilijk is om zijn uitspraken te verifiëren. Een e-mail biedt enkele aanknopingspunten, maar is op zichzelf niet genoeg omdat het een eenzijdige verklaring is. Tijdens een gesprek ontkende de werknemer opnieuw dat hij toestemming had voor de telefoons. Zijn gesprekspartners vonden dat hij de waarheid sprak, vooral omdat hij tijdens de gesprekken consistente antwoorden gaf. De opgelegde straf kan geen stand houden nu onvoldoende vast is komen te staan dat de werknemer wisselende verklaringen heeft afgelegd.

Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting

De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.

Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.

Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.

Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .