Inhoudsindicatie | Geschil over functie inschaling |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2023-00261 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Of aan werkzaamheden goede salarisschaal is verbonden |
Relevante cao-bepaling(en) | H6 |
Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werknemer stelt dat de werkgever haar onterecht heeft ingedeeld in salarisschaal 11 trede 5 in plaats van salarisschaal 11 trede 7. De werknemer stelt dat zij zich ondergewaardeerd voelt op basis van haar huidige werkervaring de werkgever en haar kennis, ervaring en de rol die zij binnen de unit vervult. De werknemer vindt het onrechtvaardig dat zij minder verdient dan nieuwe collega’s die recent zijn aangenomen met vergelijkbare externe werkervaring, maar zonder ervaring. Verder vult zij aan dat volgens het huidige beleid inschaling plaatsvindt op basis van de relevante werkervaringsjaren en dit zou niet kloppen met haar huidige salarispositie. De werknemer heeft verder niet kunnen beoordelen of zij juist is ingeschaald op basis van het aannamebeleid uit 2018, aangezien dat beleid niet aan haar is overgelegd.
De werkgever stelt dat de werknemer terecht is ingedeeld in salarisschaal 11 schaal 5. De werkgever voert aan dat de werknemer in 2018 correct is ingedeeld op basis van het toen geldende wervingsbeleid voor externe kandidaten. Verder geeft de werkgever aan dat de werknemer bij haar indiensttreding één trede hoger is ingeschaald aangezien zij twee jaar werkervaring had en niet drie jaar. Ten tijde van de indiensttreding was de arbeidsovereenkomst van de werknemer gebaseerd op het ARAR. De werkgever meent dat de werknemer geen rechten kan ontlenen aan het feit dat vanaf mei 2023 de inschalingsmethodiek van externe kandidaten is gewijzigd.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie oordeelt dat de werknemer correct is ingeschaald volgens het toen geldende reglement. De werknemer is ingeschaald volgens het Personele Uitvoeringsbesluit Belastingdienst (PUB) en de Handreiking Arbeidsvoorwaarden voor 2018. Een externe kandidaat werd ingeschaald in de naast lagere salarisschaal, wat voor groepsfunctie I salarisschaal 10 was. Het PUB omschrijft werkervaring en de werkgever heeft overeenkomstig gehandeld. De werknemer is ingedeeld in salarisschaal 10 trede 3, wat passend is gezien haar twee jaar relevante werkervaring.
De commissie is van mening dat de inschaling bij indiensttreding juist was en de werknemer hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt. De werknemer kan verder geen rechten ontlenen aan de nieuwe inschalingsmethodiek die vanaf 16 mei 2023 geldt. Zij is ingedeeld volgens het PUB van 2018, ondanks dat nieuwe collega’s meer verdienen.
De werkgever heeft ten onrechte de periodiek bij de omzetting naar een onbepaalde tijd verlaat. Dit kwam doordat ze met zwangerschapsverlof was. De commissie oordeelt dat dit ongeoorloofd was. De werkgever heeft dit willen corrigeren en de datum van de periodiek wordt teruggebracht. De werknemer krijgt het verschil terugbetaald.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .