Inhoudsindicatie

Geschil over de salarisschaal waardering van een functie

Zaaknummer(s) 2022-00016
Datum uitspraak
Categorie(ën) verschil van mening,
zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk
Of aan werkzaamheden goede salarisschaal is verbonden
Relevante cao-bepaling(en) H6
Uitkomst zaak (deels) ongegrond

Waar gaat de zaak over?

De werknemer vraagt dat zijn functie bij de werkgever wordt ingedeeld in salarisschaal 10. Hij vindt dat de functiebeschrijving niet voldoende is, dat de ondersteuning niet gebaseerd is op de manier waarop hij werkt, en dat het indelingsadvies niet goed is gemotiveerd. Ook heeft hij bezwaren tegen de scores op de kenmerken 1 (Complexiteit van de werkzaamheden), 4 (Aanpak van de werkzaamheden), en 6 (Keuzevrijheid). Voor kenmerk 1 zegt werknemer dat zijn advieswerk een eigen deskundigheid vereist om voorstellen te doen, en dat dit multidisciplinair van aard is. Kenmerk 4 betreft dat de complexiteit van zijn verzoeken voorkomt dat hij kan kiezen voor een gangbare oplossing. Bij kenmerk 6 stelt hij dat er aanzienlijke ruimte is voor onderzoek naar alternatieve oplossingen. De werknemer vraagt ook om terugwerkende.

In de reactie van de werkgever staat dat de functie naar hun mening correct is ingedeeld in functie 9. De werkgever wijst erop dat de werknemer heeft ingestemd met de functiebeschrijving en dat de werkgever ruimte heeft om functies te definiëren. Het indelingsadvies is gebaseerd op het Functiegebouw Rijk. Voor terugwerkende kracht zegt de werkgever dat, als blijkt dat schaal 10 van toepassing is, de maand van het functieonderzoek als startdatum moet gelden.

Tijdens de hoorzitting geeft de werknemer aan dat er collega’s zijn in dezelfde functie en dat hij verantwoordelijk is voor verschillende werkgebieden. Hij adviseert over vaarwegen, vooral in relatie tot de groei van windmolenparken, wat gevolgen heeft voor visserij en doorvaart. De werknemer stelt dat de functie eerst was ingedeeld onder een projectleider, maar nu niet meer. Daardoor moet volgens hem schaal 10 gelden.

De werkgever merkt op dat de werkzaamheden van de werknemer passen binnen de functiebeschrijving en dat hij circa 400 markeerplannen per jaar opstelt. De werkgever vindt het gebruik van een ander waarderingssysteem niet passend, aangezien het Functiegebouw Rijk is gevolgd.

Hoe luidt de uitspraak van de commissie?

De commissie leidt uit het verzoekschrift af, dat de inhoudelijke argumenten van de werknemer zijn gericht tegen de verleende scores bij de kenmerken 1 (Complexiteit van de werkzaamheden), 4 (Aanpak van de werkzaamheden), en 6 (Keuzevrijheid).

De commissie beoordeelt de scores op de kenmerken. Voor kenmerk 1 is er overeenkomst met bekende situaties en is geen sprake van de diepte van analyse die de werknemer stelt. Kenmerk 4 betreft het omgaan met situaties waarin het nodig is om nieuwe oplossingen te vinden, maar opnieuw wordt geen hoger score gezien. Voor kenmerk 6, waar de werknemer meer vrijheid claimt, is de commissie van mening dat de besluiten die genomen worden niet voldoen aan de voorwaarden voor een hogere score. In alle drie de kenmerken blijft de commissie bij score 3.

Uit de functiebeschrijving leidt de commissie af, dat de werknemer besluiten neemt bij het opstellen van vaarwegmarkeerplannen/projectplannen, bij de aanpak van de eigen werkzaamheden, over inkoop orders en om te escaleren bij tegengestelde belangen. Score 4, zoals de werknemer van toepassing acht, is aan de orde indien de functiehouder vrijheid heeft om na analyse van de vraagstelling nieuwe oplossingen aan te dragen en deze af te stemmen op nieuwe omstandigheden. Naar de mening van de commissie voldoen de hiervoor genoemde beslissingen niet aan het gestelde bij deze kenmerkscore. Wel van toepassing acht de commissie het gestelde bij score 3, namelijk dat de functiehouder de vrijheid heeft om na interpretatie van gegevens de consequenties van bekende of minder bekende oplossingen tegen elkaar af te wegen en hieruit een keuze te maken.

De commissie oordeelt dat werknemers werkzaamheden op de juiste salarisschaal zijn ingedeeld. Ze constateert dat de werknemer en zijn collega’s betrokken zijn bij de functiebeschrijving. De werkgever heeft vrijheid bij het indelen van functies, en de werknemer heeft niet aangegeven welke aspecten ontbreken in de functiebeschrijving. De commissie concludeert dat het indelingsadvies adequaat is en de beschrijving kan worden gebruikt als uitgangspunt.

Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting

De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.

Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.

Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.

Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .