Inhoudsindicatie | Functie-indeling. Partijen verschillen van mening over de opgedragen werkzaamheden. Zijn de werkzaamheden van structurele of tijdelijke aard? |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2024-00203 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Of aan werkzaamheden goede salarisschaal is verbonden, Of werkzaamheden passen binnen functiegroep Functiegebouw Rijk |
Relevante cao-bepaling(en) | H6 |
Uitkomst zaak | (deels) gegrond |
Waar gaat de zaak over?
Bij de werkgever is besloten om, na afstemming met de OR en de vakbonden, over te stappen van groepsfuncties naar individuele functies. In het omzettingsplan is opgenomen dat de actuele werkzaamheden van medewerkers worden uitgevraagd bij de direct leidinggevende van de betreffende medewerker. Aan de hand van de werkzaamheden zijn op individueel niveau de werkzaamheden gekoppeld aan de nieuwe functies. In overeenstemming met de afspraken met de vakbonden en de OR is afgesproken dat de werkzaamheden van tijdelijke aard hierin niet meegenomen worden.
De werknemer is van mening dat zijn functie-indeling onjuist is. Naast zijn reguliere werkzaamheden voert hij ook b-werkzaamheden uit. De b-werkzaamheden zijn ten onrechte niet meegenomen bij de functie-indeling. Volgens de werknemer hadden deze werkzaamheden wel meegenomen moeten worden. Als de b-werkzaamheden wel meegenomen zouden zijn geworden bij de functie-indeling dan zou hij ingedeeld moeten worden als Medewerker Kwaliteit en Signalering (schaal 8). De werknemer geeft aan dat hij het grootste deel van zijn contracturen, namelijk 28 uur per week, verspreid over 4 dagen per week, b-werkzaamheden uitvoert. Dit is 78% van zijn wekelijkse contractduur. De b-werkzaamheden zijn meer dan drie jaar geleden aan hem toegekend. In eerste instantie zijn deze werkzaamheden aangemerkt als een onderdeel van werkvariatie naast de reguliere werkzaamheden. Hij geeft aan dat er een rechtsvermoeden is ontstaan dat de b-werkzaamheden moeten worden beschouwd als de bedongen werkzaamheden. De werknemer stelt dat er na drie jaar geen sprake meer kan zijn van tijdelijke werkzaamheden. Er is ook geen feitelijke einddatum voor deze werkzaamheden overeengekomen. Hierdoor heeft hij er gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat deze arbeid inmiddels de bedongen arbeid is geworden.
De werkgever stelt zich op het standpunt dat de werknemer juist is ingeschaald. De werkgever kan niet anders dan concluderen dat de b-werkzaamheden te kwalificeren zijn als werkzaamheden van tijdelijke aard en dat dit ook bekend was bij de werknemer. Ingevolge de afspraken in het kader van de omzetting van groepsfunctie naar individuele functies zijn deze tijdelijke werkzaamheden niet relevant voor de indeling. De werkgever stelt op dat met de vakbonden en OR afspraken zijn gemaakt over de omzetting van de groepsfuncties naar de individuele functies op grond van FUWASYS. In deze afspraken is expliciet opgenomen dat werkzaamheden van tijdelijke aard niet meegenomen worden voor de nieuwe functie indeling. Tijdelijke werkzaamheden maken in beginsel geen onderdeel uit van de werkzaamheden die uit hoofde van de eigen functie worden verricht en terugkeer naar de reguliere werkzaamheden is daarbij altijd het uitgangspunt. Tijdelijke werkzaamheden kunnen dan ook niet als grondslag dienen voor het bepalen voor de nieuwe individuele functie. Ingevolge de afspraken in het kader van de omzetting van groepsfunctie naar individuele functies waren deze tijdelijke werkzaamheden niet relevant voor de indeling.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie constateert dat het meest verstrekkende verweer van de werkgever is dat zij met de omzetting van groepsfuncties naar schaalfuncties conform het – door de vakbonden en de OR vastgestelde – omzettingsplan heeft gehandeld en dat daarmee de werknemer juist is ingedeeld. Nog ongeacht of dit standpunt juist is, is dit volgens de commissie niet de juiste beoordelingsmaatstaf. Er moet namelijk worden gekeken of de werknemer juist is ingeschaald conform het FGR, gelet op de opgedragen werkzaamheden. De commissie beoordeelt dan ook of de werkzaamheden van de werknemer passen binnen de functiegroep van het FGR en of aan de werkzaamheden wel de juiste salarisschaal is verbonden. Dat de werkgever bij de omzetting van de algemene functies de werkzaamheden die een werknemer tijdelijk uitvoert niet meeweegt, acht de commissie begrijpelijk. Tijdelijke werkzaamheden wijzigen ook niet de kaders van de generieke functie. De werknemer is echter van mening dat zijn werkzaamheden niet passen binnen de functie van Medewerker Verwerken en Behandelen en dat aan zijn werkzaamheden niet de juiste salarisschaal is verbonden. Het gaat in deze om de beantwoording van de vraag of de feitelijk verrichte en opgedragen taken van de werknemer wezenlijk afwijken van de beschrijving van zijn huidige functiebeschrijving en of dit terecht is gelet op de gestelde tijdelijkheid.
Het staat vast dat de b-werkzaamheden in de kern andere werkzaamheden zijn dan de reguliere werkzaamheden. Een verklaring dat die werkzaamheden niet worden meegenomen in de functiebeschrijving kan bijvoorbeeld liggen in het feit dat sprake is van een functiewaarneming of interne detachering met een gespecifieerde einddatum. Daar is hier echter geen sprake van. Tevens kan die verklaring liggen in het feit dat geen sprake is van substantiële en/of structurele werkzaamheden. De werknemer voert voor 28 uur per week b-werkzaamheden uit en voert voor 8 uur per week reguliere-werkzaamheden uit. Dit betekent dat de werknemer afgerond 77,8% van zijn tijd b-werkzaamheden uitvoert en dat hij 22,2% van zijn tijd reguliere werkzaamheden uitvoert. De huidige functiebeschrijving en -indeling is alleen gebaseerd op zijn reguliere werkzaamheden. Volgens de commissie is het dan ook overduidelijk dat vaststaat dat de werknemer voor een substantieel deel van zijn tijd b-werkzaamheden uitvoert.
De vraag waar partijen in wezen over verschillen is de vraag of de werknemer de b-werkzaamheden structureel uitvoert. De commissie constateert dat de werknemer al meer dan drie jaar voor 77.8% werkzaamheden uitvoert die sterk afwijken van de voor hem geldende functie en in samenhang daarmee van de voor hem geldende functiebeschrijving. De werknemer voert nog steeds de werkzaamheden uit zonder dat een concrete of geschatte einddatum is vastgesteld waarop de b-werkzaamheden niet meer door de werknemer zullen worden uitgevoerd. Daarbovenop is de werknemer de afgelopen drie jaar alleen beoordeeld op de b-werkzaamheden en niet op de reguliere werkzaamheden. De commissie is dan ook van oordeel dat de b-werkzaamheden structureel worden uitgevoerd door de werknemer en dat in alle redelijkheid niet kan worden gesproken over tijdelijke werkzaamheden. Dat tweemaal aan de werknemer schriftelijk in het P-gesprek is medegedeeld dat het gaat om een pilot, doet volgens de commissie daar niet af. Het herhaaldelijk benoemen dat het gaat om een pilot betekent niet automatisch dat de werknemer de werkzaamheden na de pilot niet meer zal blijven uitvoeren. Een pilot heeft altijd een einddatum maar dit betekent niet dat na de einddatum de werkwijze eindigt, integendeel zelfs. Het verweer dat de b-werkzaamheden bij een andere afdeling van de werkgever wegkomen en dat de taken mogelijk weer bij die afdeling worden ondergebracht, waar de leidinggevende geen leiding aan geeft, acht de commissie ook geen steekhoudend argument. De werknemer is in dienst van de Staat der Nederlanden en meer in het bijzonder bij [..]. Het gaat hier om één werkgever. Dat de werkgever dit achter de schermen niet juist heeft geregeld kan geen rechtvaardiging zijn om de werknemer onjuist in te delen.
De commissie is van oordeel dat er voldoende aanleiding bestaat om te kunnen concluderen dat de opgedragen werkzaamheden van de werknemer niet passen binnen de functiegroep in het FGR, Medewerker Verwerken en Behandelen en de daar aan gekoppelde salarisschaal. De b-werkzaamheden moeten worden meegenomen en meegewogen bij de indeling van verzoeker in het FGR.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .