Inhoudsindicatie | Politiek verlof. Recht op eenmalige cao-uitkeringen en aanvulling op het inkomen op grond van paragraaf 4.4 CAO Rijk. |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2024-00235 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Ander onderwerp |
Relevante cao-bepaling(en) | H4 |
Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werknemer vervult in plaats van zijn eigen functie bij de werkgever een politieke functie bij een gemeente. Daarbij krijgt hij van de werkgever op grond van paragraaf 4.4 van de CAO Rijk een aanvulling op het inkomen dat hij vanuit de gemeente ontvangt, nu dit inkomen lager is dan het reguliere maandinkomen bij de werkgever.
De werknemer vindt dat hij aanspraak maakt op de eenmalige cao-uitkeringen op grond van het akkoord over de CAO Rijk 2022-2024 en het akkoord over CAO Rijk 2024-2025.
De werkgever heeft deze claim afgewezen. Volgens de werkgever voldoet de werknemer niet aan het vereiste uit de tekst van de akkoorden dat de werknemer inkomen op de peildatum vanuit de werkgever inkomen moet ontvangen. Volgens de werkgever heeft de werknemer bovendien ten onrechte de aanvulling op het inkomen vanuit de gemeente ontvangen van de werkgever. Dit nu het inkomen vanuit de gemeente door een extra bedrag, bedoeld voor pensioenopbouw, hoger uitkomt dan het reguliere maandinkomen bij de werkgever. De aanvulling op het inkomen vanuit de gemeente wordt daarom door de werkgever stopgezet.
De werknemer vindt het niet terecht dat de aanvulling op het inkomen wordt stopgezet. Dit nu het extra bedrag voor pensioenopbouw is bedoeld, en als een totaalvergelijking wordt gemaakt met de pensioenopbouw bij de werkgever meegerekend, het inkomen vanuit de gemeente nog steeds lager is dan bij de werkgever. Het niet betalen van de eenmalige cao-uitkeringen vindt de werknemer strijdig met de achterliggende gedachte bij het cao-akkoord, inflatiecorrectie. De koppeling met het inkomensbegrip vindt de werknemer niet terecht, nu deze op grond van het cao-akkoord bedoeld lijkt om groepen werknemers uit te sluiten die feitelijk geen werkzaamheden verrichten op de peildatum, terwijl hij dit wél doet.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie vindt het begrijpelijk dat de werkgever het extra bedrag dat de werknemer vanuit de gemeente ontvangt meeweegt bij de vraag of de werknemer recht heeft op een toelage op grond van paragraaf 4.4 van de cao. Dit nu het bedrag feitelijk en juridisch vrij door de werknemer te besteden is. De commissie heeft daarom mogen besluiten de aanvulling op het inkomen voortaan niet te betalen, na afloop van de door de werkgever aangeboden overgangsregeling.
Uit de tekst van de cao-akkoorden blijkt dat het recht op de eenmalige cao-uitkeringen afhankelijk is gesteld van het ontvangen van maandinkomen vanuit de werkgever. Volgens de commissie moet hierin worden gelezen het recht op het ontvangen van maandinkomen. Het feit dat de werknemer op de peildatum feitelijk, maar gelet op het voorgaande: onverschuldigd, een aanvulling op het inkomen vanuit de gemeente heeft ontvangen, wil volgens de commissie niet zeggen dat verzoeker aan dit vereiste voldoet.
De commissie heeft begrip voor het vermoeden van verzoeker dat cao-partijen mogelijk niet hebben nagedacht over de vraag of zij voor zijn specifieke categorie (werknemers die politiek verlof genieten) een aanvullende uitzondering in het cao-akkoord wilden opnemen. Het is echter niet aan de commissie om hierover te speculeren, of zelfstandig een aanvullende uitzonderingsgrond te formuleren.
De conclusie luidt dat de verzoeken worden afgewezen.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .