Inhoudsindicatie | Instructierecht omtrent maximale voorbereidingstijd en voorafgaande toestemming deelname symposium. |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2024-00217 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Ander onderwerp |
Relevante cao-bepaling(en) | H12 |
Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werkgever heeft gekeken naar hoe medewerkers omgaan met hun urenverantwoording, waarbij hem opviel dat de werknemer uit de pas liep. Om dit gelijk te trekken is in meerdere gesprekken met de werknemer aangegeven dat zij haar tijd dient te verantwoorden volgens een door de werkgever gegeven tijdschrijfinstructie. Daaruit blijkt onder andere dat de werknemer dagelijks 30 minuten mag besteden aan voorbereidingstijd. De werkgever heeft een aanzienlijk deel van de verantwoorde dagen afgekeurd, omdat deze niet conform deze afspraken zijn.
De werknemer is allereerst van mening dat de werkgever te weinig ruimte geeft voor een degelijke voorbereiding van diverse uit te voeren exporten. Volgens de werknemer heeft dat tot gevolg dat ervan uitgegaan wordt dat het werk deels in privétijd moet worden uitgevoerd. Daarnaast heeft het niet accorderen van de uren een financieel gevolg voor de werknemer, omdat overuren niet worden uitbetaald.
De werkgever is van mening dat een werkgever een instructierecht heeft en dat de werkgever bepaalt hoe een werknemer uren moet schrijven en verantwoorden. Volgens de werkgever heeft de werknemer niet aangetoond waarom de door de werkgever geïnstrueerde wijze onredelijk of in strijd met de wet is. De werkgever stelt dat de werknemer structureel de instructies rondom tijdverantwoording negeert. Als een werknemer ervoor kiest om op zijn eigen manier uren te schrijven, terwijl dit afwijkt van de voorgeschreven, oftewel geïnstrueerde, methode van de werkgever, kan dit worden gezien als een schending van de instructies en dus mogelijk als werkweigering.
Daarnaast heeft de werknemer op enig moment een symposium bijgewoond, waarvoor de werknemer niet vooraf om toestemming heeft gevraagd bij de werkgever. Volgens de werkgever brengen goed werknemerschap en paragraaf 12 CAO Rijk met zich mee dat de werknemer vooraf daarover met de werkgever in gesprek gaat. De werkgever heeft de uren die hiervoor zijn geschreven niet goedgekeurd, omdat er tussen het symposium en de werkzaamheden van de werknemer bij de werkgever geen relatie bestaat.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De voorliggende vraag was allereerst of de werkgever op grond van het instructierecht (artikel 7:660 van het BW en artikel 7:611 van het BW) aan de werknemer regels over het schrijven van uren mocht opleggen. De commissie is van oordeel dat de werkgever de grenzen van zowel het instructierecht als het goed werkgeverschap niet heeft geschonden. De werkgever heeft de werknemer de instructie om dagelijks 30 minuten te besteden aan voorbereidingstijd mogen opleggen. De commissie heeft daarbij overwogen dat het instructierecht vergt dat de werknemer zich houdt aan de voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid en aan voorschriften die strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming van de werkgever. Volgens de commissie staat de gegeven instructie over het schrijven van uren in relatie tot de werkzaamheden van de werknemer. Daarnaast heeft de commissie overwogen dat de instructie van de werkgever niet onredelijk is. Bij het vaststellen van de instructie over het schrijven van uren is de werkgever uitgegaan van het gemiddeld benodigde aantal uren voor voorbereidende werkzaamheden. Indien de werknemer (veel) meer tijd nodig heeft voor voorbereidende werkzaamheden dan wat daar gemiddeld voor nodig is, kan zij niet zonder meer extra uren daarvoor schrijven. De commissie is van oordeel dat door de werknemer niet aannemelijk heeft gemaakt dat de instructie van de werkgever niet realistisch of onhaalbaar is. De werkgever heeft de uren die de werknemer niet conform deze afspraak heeft geschreven mogen afkeuren.
De commissie heeft het wenselijk geacht dat partijen samen tot een oplossing komen, waarbij de impasse wordt doorbroken die is ontstaan doordat de werkgever veel uren heeft afgekeurd en de werknemer die niet heeft aangepast. De werkgever dient met de werknemer nog éénmaal in gesprek te gaan om de uren door te lopen op hun juistheid en daarbij een redelijke termijn te stellen om de uren conform de instructie aan te passen in het systeem.
Ten aanzien van de door de werknemer geschreven overuren sluit de commissie niet uit dat deze disbalans deels is ontstaan doordat de werknemer, zonder overleg met de werkgever, werkzaamheden naar zich heeft toegetrokken die los staan van het voor haar ingeplande werk. De commissie adviseert partijen om af te spreken dat de werknemer slechts overuren kan schrijven indien dit voortvloeit uit het ingeplande werk en/of op verzoek van haar leidinggevende.
Tot slot lag bij de commissie de vraag voor of de werknemer voorafgaand aan een symposium, op grond van paragraaf 12.3 van cao Rijk, daarvoor toestemming had moeten vragen aan haar leidinggevende. De commissie is van oordeel dat de werknemer deze toestemming had moeten vragen, onder meer omdat de werkgever de kosten moet dragen. De commissie neemt verder in haar overweging mee dat de werknemer er niet in is geslaagd om voor de zitting op verzoek van de werkgever duidelijk te maken wat haar motivatie was voor het bijwonen van het symposium of over de relatie van het symposium tot haar werk. De commissie concludeert dat de werkgever de uren die de werknemer voor het symposium heeft geschreven dan ook heeft mogen afkeuren.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .