Inhoudsindicatie | Aanspraak op een eenmalige cao-uitkering op grond van de CAO Rijk? Mogelijkheid tot afwijking van de cao. |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2024-00170 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Ander onderwerp |
Relevante cao-bepaling(en) | 1.1 |
Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werknemer is tot en met 31 maart 2024 in dienst geweest bij een Ministerie dat onder de werkingssfeer van de CAO Rijk valt.
De werknemer zegt de arbeidsovereenkomst op met ingang van 1 april 2024 en treedt per die datum in dienst bij het Ministerie van Defensie. Het Ministerie van Defensie is uitgezonderd van de werkingssfeer van de CAO Rijk.
In het akkoord over de CAO rijk 2022-2024 is een eenmalige cao-uitkering overeengekomen. Alle werknemers die op 1 mei 2024 een arbeidsovereenkomst met de Staat der Nederlanden hebben en waarop de CAO Rijk van toepassing is, ontvangen in mei 2024 een eenmalige cao-uitkering van € 1.200 (bruto). Een werknemer recht heeft op de eenmalige cao-uitkering in mei 2024 mits de werknemer op 1 mei 2024 in dienst is bij de Staat der Nederlanden en de CAO Rijk van toepassing is.
In het akkoord van de CAO Rijk is geen mogelijkheid opgenomen om af te wijken van de afspraak over de eenmalige cao-uitkering noch is een mogelijkheid opgenomen om deze te kunnen aanvullen of naar rato uit te keren.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De werknemer is vanaf 1 april 2024 in dienst bij het Ministerie van Defensie. Werknemers in dienst van het Ministerie van Defensie vallen niet onder de werkingssfeer van de CAO Rijk en kunnen geen aanspraak maken op -in dit geval- de eenmalige cao-uitkering.
De werknemer voldoet op 1 mei 2024 niet aan alle voorwaarden die gelden om in aanmerking te komen voor de eenmalige cao-uitkering. De werknemer heeft op 1 mei 2024 geen arbeidsovereenkomst met een onderdeel van de Staat der Nederlanden waarop de CAO Rijk van toepassing is. Het Ministerie van Defensie is expliciet uitgezonderd van de werkingssfeer van de CAO Rijk.
De commissie constateert dat de werknemer niet voldoet aan de voorwaarden die in de CAO Rijk zijn verbonden aan het recht op de eenmalige cao-uitkering in de maand mei 2024.
Afwijking van de CAO ten voordele van de werknemer is in strijd met het karakter van de CAO Rijk (standaard cao). De werkgever heeft terecht de aanspraak van de werknemer op de eenmalige cao-uitkering afgewezen.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend. Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl.