Inhoudsindicatie | Disfunctioneren, tijdelijk ander werk verrichten, verbetertraject. |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2024-00114 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Beoordeling over functioneren |
Relevante cao-bepaling(en) | 12.1 |
Uitkomst zaak | (deels) gegrond |
Waar gaat de zaak over?
In het functioneringsgesprek heeft de werkgever de werknemer aangesproken op gebreken in haar functioneren. De vele fouten die zij maakt hebben consequenties voor gedetineerden. De werkgever heeft besloten dat de werknemer tijdelijk haar eigen werk niet mag uitvoeren. De werknemer heeft daarop drie maanden ander werk gedaan, daarna heeft zij haar eigen werk weer opgepakt maar op een andere afdeling. De werkgever heeft voor de werknemer een verbeterplan opgesteld.
De werknemer werkt al heel lang bij de werkgever. Zij is door de kritiek op haar functioneren overvallen en zij heeft niet eerder signalen gekregen dat zij niet goed functioneerde. Zij wil dat de werkgever haar concreet laat zien welke fouten zij heeft gemaakt omdat zij de indruk heeft dat sommige fouten niet of niet alleen door haar zijn gemaakt. De periode waarin zij ander werk heeft gedaan is wat haar betreft al een verbetertraject en zij ziet geen aanleiding voor nog een verbetertraject.
Een aantal collega’s hebben tegenover de werkgever zorgen geuit over het functioneren van de werknemer. De werkgever heeft vervolgens verder onderzoek gedaan en heeft de werknemer tijdens het functioneringsgesprek aangesproken op de gebreken in haar functioneren. Vanwege de consequenties die de fouten van de werknemer hebben gehad, heeft de werkgever haar tijdelijk ander werk aangeboden. Daarna dient naar mening van de werkgever een verbetertraject plaats te vinden zodat zij weer op een goede manier verder kunnen.
De werknemer legt deze situatie ter beoordeling aan de commissie voor en wil weten of de werkgever het juiste pad bewandelt.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie merkt allereerst op dat de beoordeling van het functioneren van de werknemer is voorbehouden aan de werkgever. Wanneer de werkgever constateert dat het functioneren op bepaalde punten te wensen overlaat, dient de werkgever deze punten concreet te benoemen en concreet aan te geven op welke wijze de werkzaamheden wel uitgevoerd moeten worden. De werknemer moet vervolgens binnen een redelijke termijn gelegenheid, ondersteuning en/of scholing krijgen om het functioneren op het gewenste niveau te brengen.
Vervolgens constateert de commissie dat de werkgever en de werknemer elkaar zijn kwijtgeraakt. Zij praten langs elkaar heen en horen elkaar niet ((meer). Omdat de werkgever én de werknemer aangeven dat zij met elkaar verder willen, beveelt de commissie aan om onder begeleiding van een neutrale derde/mediator weer tot elkaar te komen. Beide partijen hebben een behoefte waar de ander niet aan tegemoet komt. Door over en weer tegemoet te komen aan elkaars behoeften kan er draagvlak ontstaan om het verbetertraject goed te doorlopen en een nieuwe start te maken.
Tot slot beveelt de commissie aan om de afspraken in het verbeterplan zodanig weer te geven dat deze realistisch, meetbaar en objectief toetsbaar zijn.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .