Inhoudsindicatie

Functie-indeling

Zaaknummer(s) 2023-00286
Datum uitspraak
Categorie(ën) verschil van mening,
zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk
Of aan werkzaamheden goede salarisschaal is verbonden
Relevante cao-bepaling(en) H6
Uitkomst zaak (deels) ongegrond

Waar gaat de zaak over?

De werknemer stelt dat een verkeerde salarisschaal aan zijn functie is verbonden. De werknemer heeft een verzoek tot een functiewaarderingsonderzoek ingediend bij de werkgever dat vervolgens is afgewezen. Volgens de werknemer is dit onterecht omdat zijn opgedragen werkzaamheden niet passen bij salarisschaal 11, een vergelijkbaar takenpakket wordt ingedeeld in salarisschaal 12. Daarnaast zijn er een achttal vacatures gepubliceerd waarbij dezelfde werkzaamheden wel worden ingedeeld in salarisschaal 12.

De werkgever stelt dat hij het verzoek tot het laten verrichten van een functiewaarderingsonderzoek terecht heeft afgewezen. Daarbij wordt gesteld dat een schaal 11 indeling terecht is. De werknemer is op het moment van indienen van het verzoek pas zes maanden werkzaam in de functie. De werknemer verricht daarnaast geen schaal-overstijgende werkzaamheden. De door de werknemer genoemde huidige opgedragen werkzaamheden vallen volledig onder de daadwerkelijke werkzaamheden. De werkgever hanteert het beleid dat hij terughoudend omgaat met individuele herwaarderingsverzoeken en geeft hier pas gehoor aan als er sprake is van een aanleiding.

Hoe luidt de uitspraak van de commissie?

De commissie oordeelt dat aan de werknemer geen recht toekomt om een functieherwaarderingsonderzoek te laten verrichten. Hiervoor verwijst de commissie naar de CAO Rijk paragraaf 6.1. In het geval een werknemer van mening is dat zijn werkzaamheden niet passen binnen zijn functiegroep of aan zijn werkzaamheden niet de juiste salarisschaal is verbonden, dan kan de werknemer zijn geschil voorleggen aan de geschillencommissie. Een recht op een functieherwaarderingsonderzoek wordt niet genoemd. De commissie is het eens met de werkgever dat – op het moment van het ingediende verzoek – geen aanleiding bestaat voor een onderzoek naar de functie van de werknemer. De commissie oordeelt dat het gelet op de omstandigheden niet voor de hand ligt om een functieherwaarderingsonderzoek te laten uitvoeren naar de functie van de werknemer aangezien de werknemer pas sinds kort de functie uitoefent. Daarbij is de werknemer bij de vakgroep nog niet volledig inzetbaar.

Verder is het de commissie niet gebleken dat de werknemer werkzaamheden uitvoert die schaal 11 overstijgend zijn. De werknemer heeft dit ook niet onderbouwd. Ter zitting heeft de werknemer aangeven dat zijn geschil ziet op de afwijzing van zijn verzoek tot het laten verrichten van een functieherwaarderingsonderzoek. De commissie is van oordeel dat de werkgever dit terecht heeft afgewezen.

Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting

De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.

Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.

Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.

Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .