| Inhoudsindicatie | Afwijzing jubileumuitkering wegens 40-jarige dienstverband. |
|---|---|
| Zaaknummer(s) | 2023-00285 |
| Datum uitspraak | |
| Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Ander onderwerp |
| Relevante cao-bepaling(en) | 6.4 |
| Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werknemer heeft bij zijn leidinggevende verzocht om op grond van het bepaalde in paragraaf 6.4 van de CAO Rijk aan hem een jubileumuitkering toe te kennen. De werknemer is 41 jaar werkzaam bij de werkgever maar de werknemer is daarvan 39 jaar en 3 maanden pensioenplichtig geweest. De werknemer is namelijk na zijn AOW-gerechtigde leeftijd blijven doorwerken.
De werkgever heeft dit verzoek afgewezen omdat alleen de pensioenplichtige jaren worden meegerekend. De jaren na het bereiken van AOW-gerechtigde leeftijd worden dus niet meegerekend. Paragraaf 6.4 van de CAO Rijk bepaalt dat onder diensttijd de gewerkte tijd waarin de medewerker verplicht ABP-pensioen heeft opgebouwd bij een verplicht bij het ABP aangesloten organisatie wordt verstaan. Hieruit volgt dat de dienstjaren waarin de medewerker verplicht pensioen heeft opgebouwd bij het ABP bepalend zijn voor de berekening van de diensttijd. Anders dan de werknemer stelt, zijn de feitelijk gewerkte jaren irrelevant. De werkgever past dit beleid strikt toe.
De werknemer stelt dat de voorwaarde ‘deelnemer bij het ABP’ op zijn best kan worden beschouwd als een administratief handvat om de gewerkte jaren vast te stellen. Als een ambtenaar met andere bewijzen kan aantonen dat hij 40 jaar of meer ‘werkzaam is geweest’ zou hij volgens de werknemer ook voor de uitkering in aanmerking moeten komen. Tevens bevat paragraaf 6.4 van de CAO Rijk een hardheidsclausule. De werkgever had het verzoek in alle redelijkheid niet mogen weigeren.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie constateert dat beoordeling niet kan aankomen op de bedoelingen van de partijen die de cao tot stand hebben gebracht. De bewoordingen van de bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van de cao, zijn van doorslaggevende betekenis. De commissie is van oordeel dat de bewoordingen van paragraaf 6.4 helder zijn. Binnen de CAO Rijk is expliciet opgenomen dat alleen de ABP-jaren meetellen in de berekening van het aantal dienstjaren. Als diensttijd voor een jubileumuitkering tellen de gewerkte jaren mee waarin de ambtenaar verplicht ABP-pensioen heeft opgebouwd bij een verplicht bij het ABP aangesloten organisatie. De werknemer voldoet hier niet aan. De commissie is van oordeel dat de werknemer gelet op zijn dienstjaren op grond van de CAO Rijk geen recht heeft op een jubileumuitkering.
De commissie constateert dat de werkgever positief kan afwijken als hij het niet toewijzen van de jubileumuitkering als zeer onredelijk beschouwt. De werknemer is bij de omzetting van zijn arbeidsovereenkomst geïnformeerd over de regels met betrekking tot de jubileumuitkering. De werknemer was of kon dus op de hoogte zijn dat hij geen jubileumuitkering zou ontvangen. De werkgever heeft gemotiveerd aangeven dat hij de huidige omstandigheden niet als zeer onredelijk beschouwt. De commissie is van mening dat het de werkgever had gesierd als hij positief was afgeweken maar het aan de werkgever is om te beoordelen of sprake is van zeer onredelijke omstandigheden. De werkgever kan niet verplicht worden om positief af te wijken van paragraaf 6.4 CAO Rijk.
De commissie is van oordeel dat de werkgever in lijn met de CAO Rijk de jubileumuitkering heeft afgewezen en niet verplicht kan worden op basis van de hardheidsclausule hiervan af te wijken.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .