Inhoudsindicatie | Geen voortzetting van de arbeidsovereenkomst. |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2023-00259 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Ander onderwerp |
Relevante cao-bepaling(en) | H2 |
Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werknemer stelt dat de werkgever onterecht haar arbeidsovereenkomst niet heeft verlengd. De werknemer voert aan de daadwerkelijke reden dat haar arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd in andere oorzaken ligt dan het niet passen binnen het team. Zo heeft de werknemer een goede beoordeling ontvangen. De werknemer stelt dat zij inmiddels op grond van de huidige cao een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft verkregen. De werkgever heeft niet de juiste procedures gevolgd wat betreft personeelsgesprekken en heeft zij onterecht een negatieve beoordeling gehad.
De werkgever stelt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege zal worden beëindigd en dat de werknemer geen recht heeft op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd omdat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt als de aangeven duur is verstreken. In de CAO Rijk 2021 is de mogelijkheid vermeld om een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te sluiten voor werkzaamheden die tijdelijk worden uitgevoerd.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie constateert dat gekeken moet worden naar de CAO Rijk 2021 aangezien die cao gold op het moment van het sluiten van de arbeidsovereenkomst. De CAO Rijk 2021 bood de mogelijkheid tot het overeenkomen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor werkzaamheden die tijdelijk worden uitgevoerd. Daarbij werd – in tegenstelling tot de huidige versie van de CAO Rijk – geen begrenzing in duur vermeld.
De commissie oordeelt dat de werkgever conform de CAO Rijk 2021 arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor tijdelijke werkzaamheden heeft aangeboden aan de werknemer. Het stond de werkgever vrij om een arbeidsovereenkomst voor drie jaar aan te bieden voor de duur van tijdelijke werkzaamheden. Daarbij is een uiterste einddatum opgenomen waarbij de arbeidsovereenkomst van rechtswege zou eindigen. De commissie concludeert dan ook dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer van rechtswege eindigt op de desbetreffende datum.
De commissie oordeelt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt en de werknemer geen recht heeft op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .