Inhoudsindicatie

Is de samenvoeging van administraties een reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk 14 van de CAO, en hebben de werknemers belang bij de beantwoording van deze vraag?

Zaaknummer(s) 2023-00162
Datum uitspraak
Categorie(ën) verschil van mening,
zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk
Onderwerpen rond VWNW-beleid
Relevante cao-bepaling(en) H14
Uitkomst zaak niet-ontvankelijk

Waar gaat de zaak over?

De administraties van twee vestigingen zijn samengevoegd op één locatie. De werkzaamheden blijven bestaan en er vloeien geen medewerkers af. Voor verzoekers betekent dit dat zij op een andere locatie gaan werken. Als verzoekers dit niet wilden konden zij er ook voor kiezen om op locatie waar zij werkzaam waren te blijven. Verzoekers hebben ervoor gekozen om op de andere locatie te gaan werken.

Verzoekers menen dat de samenvoeging van de administraties een reorganisatie is zoals bedoeld in hoofdstuk 14 van de CAO Rijk en dat op hen het van-werk-naar-werk-instrumentarium van toepassing is, onder meer omdat met de samenvoeging een dienstonderdeel is opgeheven. Verzoekers hebben de voorziening tijdelijke vergoeding extra reistijd (§ 14.3) ontvangen.

De werkgever stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van een reorganisatie omdat er geen wijziging is in de organisatiestructuur, omvang of taakinhoud van de organisatie waaraan personele consequenties zijn verbonden. Omdat de werklocatie verhuist naar een locatie op meer dan een half uur reizen van de oorspronkelijke locatie zou de voorbereidende fase van hoofdstuk 14.1 van de cao toegepast moeten worden. De werkgever heeft dit niet gedaan en verzoekers hebben hier geen beroep op gedaan. In de voorbereidende fase hadden verzoekers dan de status van vrijwillige VWNW-kandidaat gehad. Zij hadden er dan op basis van een VWNW-plan voor kunnen kiezen een VWNW-begeleidingstraject te doorlopen met de bedoeling een andere passende functie te vinden. Dan waren er ook een aantal financiële voorzieningen van toepassing geweest. Verzoekers hebben geen gebruik gemaakt van de financiële voorzieningen en geven aan niet op zoek te zijn naar een andere passende functie. De werkgever vraagt zich af wat verzoekers willen bereiken.

Hoe luidt de uitspraak van de commissie?

De commissie stelt vast dat verzoekers voldoen aan de formele vereisten voor ontvankelijkheid. Desondanks is de commissie van oordeel dat verzoekers niet ontvankelijk zijn. Het ontbreekt verzoekers naar het oordeel van de commissie aan voldoende individueel belang bij de uitkomst van de procedure. Volgens de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad ontbreekt het belang als verzoekers door de uitkomst van de procedure niet in een betere positie kunnen worden gebracht.

De commissie overweegt dat verzoekers voorafgaande aan de samenvoeging de keuze hadden om ofwel mee te gaan ofwel te blijven. Werkgever heeft meerdere malen met verzoekers gesproken over de samenvoeging en over eventuele door hen gewenste voorzieningen. Verzoekers ontvangen reistijdcompensatie maar zij hebben geen interesse getoond of aanspraak gemaakt op andere VWNW-voorzieningen uit de cao. Nu verzoekers hebben ingestemd met de wijziging van de werklocatie en de VWNW-voorzieningen gericht zijn op het verkrijgen van een andere functie, ziet de commissie geen verbetering die verzoekers in hun positie zouden kunnen bereiken. Verzoekers hebben tijdens de hoorzitting niet kunnen aangeven welk belang zij hebben. Daarom is de commissie van oordeel dat het verzoek niet ontvankelijk is.

Overweging ten overvloede

Ondanks het voorgaande wenst de commissie wel een overweging ten overvloede te wijten aan de vraag of er sprake is van een reorganisatie volgens de cao. De commissie meent dat er een aantal omstandigheden zijn die erop wijzen dat de samenvoeging van twee administraties weldegelijk een reorganisatie is. De samenvoeging van afdelingen ziet de commissie als een (geografische) wijziging in de organisatiestructuur. In 2018 heeft de werkgever advies gevraagd aan de ondernemingsraad met betrekking tot de samenvoeging van de verschillende administraties binnen de organisatie. De samenvoeging van de administraties is hiervan een uitvloeisel. De herinrichting van de administratie vormt naar mening van de commissie een adviesplichtig besluit zoals bedoeld in artikel 25, lid 1, onder e WOR. Ook zijn er rechtspositionele gevolgen omdat de medewerkers naar een andere werklocatie moeten reizen waardoor de reistijd met meer dan een half uur is toegenomen. Dit maakt dat verzoekers rechtstreeks rechten aan hoofdstuk 14 CAO Rijk kunnen ontlenen, terwijl het nu lijkt alsof de verleende voorzieningen als een soort gunst zijn toegekend. De commissie geeft de werkgever deze overweging mee voor het geval een medewerker toch behoefte heeft aan een andere VWNW-voorziening dan thans geboden of als zich nieuwe reorganisaties voordoen.

Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting

De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.

Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.

Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.

Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.

Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .