Inhoudsindicatie

Ontvankelijkheid verzoek zonder tussenkomst RABA.

Zaaknummer(s) 2023-00160
Datum uitspraak
Categorie(ën) verschil van mening,
zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk
Ander onderwerp
Relevante cao-bepaling(en) 16.2
Uitkomst zaak niet-ontvankelijk

Waar gaat de zaak over?

De werknemer is uit dienst getreden door middel van een beëindigingsovereenkomst. In de overeenkomst is een terugkeeroptie afgesproken, met behoud van arbeidsvoorwaarden. De werknemer maakt gebruik van de terugkeeroptie. Tussen partijen ontstaat vervolgens een discussie over de arbeidsvoorwaarden waar de werknemer aanspraak op kan maken: zijn dit de arbeidsvoorwaarden ten tijde de uitdiensttreding, of de arbeidsvoorwaarden die hadden gegolden als de werknemer niet uit dienst was getreden, inclusief extra IKB-uren?

De gemachtigde van de werknemer heeft in het verzoek aangegeven dat de werknemer zich niet tot het Rijksloket Advies en Bemiddeling in Arbeidszaken (RABA) heeft gericht, omdat hij de meerwaarde hiervan niet inziet in deze kwestie. Hij vraagt de gemachtigde van de werkgever om de commissie te laten weten dat hij hiermee instemt.

De gemachtigde van de werkgever refereert wat betreft de ontvankelijkheid van het verzoek aan het oordeel van de commissie.

Hoe luidt de uitspraak van de commissie?

De commissie constateert dat de werknemer zich op grond van paragraaf 16.2 van de cao eerst tot het RABA had moeten wenden, nu het onderwerp van het verzoek een ‘ander onderwerp’ betreft, dat wil zeggen, niet één van de in de bepaling genoemde onderwerpen waarmee een werknemer rechtstreeks bij de commissie terecht kan.

Naar het inzicht van de commissie heeft de werkgever geen afstand van het formele vereiste van tussenkomst van het RABA gedaan. De commissie heeft bovendien een zelfstandige opdracht en bevoegdheid om vast te stellen of aan dit vereiste wordt voldaan, teneinde de door de cao-partners bedoelde keten van geschilbeslechting te waarborgen. Verder constateert de commissie dat in de vaststellingsovereenkomst is bepaald dat uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen bij uitsluiting worden beslecht door de Nederlandse bevoegde rechter.

De commissie oordeelt daarom dat het verzoek niet-ontvankelijk is en de commissie niet bevoegd is om het verzoek in behandeling te nemen.

Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting

De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.

Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.

Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.

Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.

Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .