Inhoudsindicatie | Strafoplegging: overplaatsing |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2022-00122 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Een straf die uw werkgever wil opleggen |
Relevante cao-bepaling(en) | H15 |
Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
Tegen de werknemer is een melding gedaan van grensoverschrijdend gedrag. Dat gedrag bestaat uit het maken van seksueel getinte opmerkingen. Verder wordt hem verweten dat hij zich grensoverschrijdend heeft gedragen door zich om te draaien terwijl de collega hem volgde, waardoor zij tegen elkaar aan kwamen te staan en de collega geen kant op kon. Toen zij tegen elkaar aanstonden heeft de werknemer meerdere keren met zijn neus tegen de neus van de collega aangewreven en heeft de werknemer met zijn vinger meerdere malen over de broek van de collega langs haar lies gestreken. Daarbij vroeg de werknemer of de collega in kwestie nu geen grote mond meer had. De collega gaf daarbij aan dat de werknemer niet directe stopte.
Naderhand is nog een melding gemaakt over de werknemer. De melder verklaarde dat de werknemer plots achter haar stond terwijl zij maaltijden aan het bijvullen was. De werknemer had daarbij de deur van de ruimte dichtgetrokken. De melder gaf aan dat de werknemer haar vervolgens heeft vastgepakt en probeerde te zoenen.
De werkgever verwijt de werknemer dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. Dat is voor de werkgever voldoende aannemelijk geworden wegens de gedane meldingen, verklaringen van collega’s en het onderzoek van Bureau Integriteit.
De werknemer kan zich niet vinden in de opgelegde straf. Hij ontkent en betwist de aan hem verweten gedragingen. De werknemer stelt dat sprake is van een wijdverbreide cultuur – hetgeen ook wordt bevestigd door collega’s, waaronder zijn partner – waarin het maken van seksistische grappen en vergaande handtastelijkheden algemeen geaccepteerd zijn. Tot slot stelt hij dat de procedure inzake de strafoplegging traag is verlopen en de besluitvorming onzorgvuldig is geweest.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie acht het voldoende aannemelijk dat de werknemer – op basis van het samenstel van de verklaringen van verschillende collega’s, het rapport van BI en hetgeen tijdens de zitting is besproken – zich schuldig heeft gemaakt aan ongewenst of grensoverschrijdend gedrag. In totaal zijn drie meldingen gedaan tegen de werknemer.
De commissie meent dat de heersende cultuur bij de werkgever zag op grappen en opmerkingen van seksistische aard. Fysieke gedragingen jegens elkander behoren echter niet tot die cultuur. De gedragingen van de werknemer waren echter wel fysiek van aard en grensoverschrijdend. De werkgever is ongeveer twee jaar geleden begonnen met het teweegbrengen van een cultuurverandering op dit aspect. Het verweer van de werknemer dat hij is geslachtofferd en dat met hem de cultuurverandering pas is ingezet, wordt dan ook door de commissie verworpen.
De werkgever heeft besloten om gelet op de aan de werknemer verweten gedragingen de disciplinaire straf van overplaatsing op te leggen. De commissie is van oordeel gelet op alle feiten en omstandigheden dat de opgelegde straf passend en gerechtvaardigd is.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend.
Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl