Inhoudsindicatie | Geschil over aanspraak jubileumsuitkering |
---|---|
Zaaknummer(s) | 2022-00024 |
Datum uitspraak | |
Categorie(ën) verschil van mening, zoals genoemd in 16.2 van de Cao Rijk |
Ander onderwerp |
Relevante cao-bepaling(en) | H6 |
Uitkomst zaak | (deels) ongegrond |
Waar gaat de zaak over?
De werkgever heeft positief gereageerd op een aanvraag van de werknemer om na zijn AOW-gerechtigde leeftijd door te werken. De arbeidsovereenkomst is voor korte tijd verlengd. Doordat de verlengde arbeidsovereenkomst op een ongunstig tijdstip eindigde, liep de werknemer op twee maanden na het 40-jarige ambtsjubileum mis.
De werknemer is het niet ermee eens dat hij geen gratificatie naar rato ontvangt. De werknemer meent recht te hebben op de coulanceregeling in verband met de Wet Temporisering verhoging AOW-leeftijd (hierna: de Wet Temporisering). Deze regeling geldt voor werknemers die in 2020 met pensioen zouden gaan en vanwege de vervroeging van de AOW-gerechtigde leeftijd een ambtsjubileum en de bijbehorende gratificatie mislopen. Zij krijgen een gratificatie naar rato van de diensttijd bij uitdiensttreding. Voor werknemers die in 2021 met pensioen zouden gaan geldt deze regeling niet. Als gevolg van de Wet Temporisering is de AOW gerechtigde leeftijd van de werknemer vervroegd.
De werknemer stelt dat hij ten onrechte geen gratificatie heeft gekregen en dat verschillende factoren in zijn voordeel spreken, waaronder zijn inzet tijdens extra werkzaamheden.
De werkgever vindt dat de afwijzing terecht is omdat de coulanceregeling alleen geldt voor medewerkers die in 2020 met pensioen gingen.
Hoe luidt de uitspraak van de commissie?
De commissie heeft vastgesteld dat de werknemer geen recht heeft op een jubileumuitkering volgens de cao omdat hij minder dan 40 jaar in dienst is geweest. De commissie concludeert dat er geen redenen zijn van deze regel af te wijken. Het feit dat de werknemer zich in zijn laatste dienstjaar sterk heeft ingespannen in een situatie van onderbezetting en veel overuren heeft gemaakt, vormt geen aanleiding om de hardheidsclausule toe te passen. De werknemer is voor deze (extra) inzet al op de reguliere wijze is beloond, namelijk door middel van verlofuren. Een extra geste van de zijde van de werkgever hiervoor was mogelijk denkbaar geweest, maar staat helemaal los van de kwestie van de jubileumuitkering. Er is geen sprake van het schenden van het evenredigheids-, zorgvuldigheids- of gelijkheidsbeginsel. Daarom kan de werknemer geen aanspraak maken op een jubileumsuitkering.
Over de uitspraken van de commissie en deze samenvatting
De geschillencommissie doet uitspraak over een voorgelegd meningsverschil. De uitspraak is echter niet bindend. Afwijken van die uitspraak kan alleen gemotiveerd gebeuren. Dit is bepaald in § 16.2 van de cao.
Deze samenvatting is een vereenvoudigde, geanonimiseerde weergave van de officiële uitspraak van de commissie.
Aan de samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor vragen of opmerkingen over de samenvatting, gelieve contact op te nemen met het secretariaat van de commissie via administratie.caopjuridisch@caop.nl .